dinsdag 26 november 2013

Inclusieve arbeidsmarkt - wat kunnen we leren van Noorwegen?

Het is de laatste tijd een hot item hier in Nederland, de inclusieve arbeidsmarkt. Hoe gaan we die realiseren? En is de participatiesamenleving waar nu naar gestreefd wordt, daarin een hulpmiddel of eerder een belemmering? “De burgers” moeten het samen doen, liefst zonder steun van de overheid. Worden we daar meer includerend van, of juist niet?

In Noorwegen, toch een beetje mijn tweede thuisland, staat het onderwerp “inclusieve arbeidsmarkt” al sinds 2001 op de politieke agenda. Je mag dus verwachten dat ze al het één en ander bereikt hebben. Temeer omdat in Noorwegen het collectieve gevoel een groot goed is en gelijk(waardig)heid een begrip dat er met de paplepel wordt ingegoten. Kortom: “met elkaar - voor elkaar” en ook nog eens met een stevig sociaal vangnet achter de hand. Als includering ergens zou moeten slagen, is het wel in Noorwegen.

Helaas, de werkelijkheid is anders. Onderzoeken wijzen keer op keer uit dat het nog niet zo erg is opgeschoten met het includeren van mensen met een “arbeidsbeperking”. Tja, dat woord helpt natuurlijk ook al niet....

Wat is nu het probleem? Er zijn best werkgevers die willen. Omdat ze hun steentje willen bijdragen aan de maatschappij of omdat ze gewoon vinden dat een zogeheten arbeidsbeperking in de praktijk helemaal geen beperking hoeft te zijn. Maar als puntje bij paaltje komt, blijkt het niet zo eenvoudig. Via de standaard wervingskanalen kunnen ze de mensen met een arbeidsbeperking niet vinden. En als ze ze wel vinden, wordt het opeens toch een beetje eng. Wat als het niet goed gaat? Dan toch maar liever kiezen voor het veilige, bekende?

Daar komen mijn vroegere collega’s uit de re-integratiebranche in beeld. Als zij kandidaten aandragen, blijken werkgevers eerder bereid mensen een kans te bieden. Omdat iemand in staat is over te dragen wat ze allemaal wél kunnen, omdat iemand de weg wijst in het woud van wetgeving en subsidie, omdat iemand werkgever en werknemer helpt te passen, meten en schaven tot er een optimale match is tussen werkinhoud en capaciteiten. Dit is een arbeidsintensief proces waarin van alle betrokkenen inzet wordt gevraagd: van de werkgever om met andere ogen naar de eigen organisatie te kijken en misschien niet koste wat het kost vast te houden aan strakke functieomschrijvingen en de overtuiging dat de mens zich moet aanpassen aan de functie en niet andersom; van de collega’s die op een andere manier moeten samenwerken; van de nieuwe medewerker die zijn plaats moet vinden in een onbekend systeem; van de re-integratieconsulent die al zijn kennis en vaardigheden uit de kast moet halen om dit proces te coördineren. En, last but not least, van de overheid, die een financiële bijdrage levert zodat noodzakelijke aanpassingen gedaan kunnen worden. Want de realiteit is dat dat meestal nodig is, of het nu gaat om hulpmiddelen, toegankelijkheid, opleiding of extra begeleiding. Ja, dat kost geld, maar het is een investering die zich terugverdient- zowel op individueel als op maatschappelijk niveau.

Wat we van Noorwegen kunnen leren, is dat een inclusieve arbeidsmarkt niet iets is wat je zomaar eventjes regelt. Het vraagt veel tijd, kennis en kunde. Het vraagt om inzet en participatie - van ons allemaal, de overheid incluis.

dinsdag 5 november 2013

Dresscode

De grootste cultuurverschillen zitten vaak in kleine dingen. Als je langere tijd in een ander land woont, gaan je gewoontes opvallen waar je aanvankelijk geen erg in had. Aan sommige daarvan wen je snel genoeg, andere verrassen je keer op keer.
Zo heeft het lang geduurd tot ik er aan gewend was dat Noren veelal casual gekleed naar sollicitatiegesprekken gaan. Ik heb het dan niet over de grote corporate bedrijven waar men altijd in pak loopt, dus de sollicitanten ook, maar over de gemiddelde Noor op sollicitatie bij een gemiddeld bedrijf. Niks extra optuigen, gewoon hupsakee vanaf je werkplek naar je sollicitatie en weer terug. Wel zo ontspannen eigenlijk.

Ook naar seminars en andere vakbijeenkomsten ga je gewoon zoals je bent. Toen ik hier in Nederland dan ook voor het eerst naar een wat groter seminar/netwerkbijeenkomst ging, kreeg ik een echte cultuurshock. Overal waar ik keek: pakken, pakken, pakken, bij voorkeur donkergrijs of donkerblauw of iets daartussenin. Hoera, we gaan netwerken, maar eerst creëren we even afstand. Verder zorgen we er voor dat we niet zo gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn...
Vreemd eigenlijk, als je er over nadenkt. Vreemd ook dat me dat vroeger nooit zo opgevallen was.

Zijn Noren dan niet geïnteresseerd in kleding en uiterlijk? O jawel! Wacht maar tot ze een feestje hebben. Dan zijn de pakken, jurken, sieraden en mooie schoenen niet aan te slepen. En dan heb ik het niet alleen over bijzondere feesten zoals een huwelijk of bedrijfsjubileum, maar ook over gewoon een avondje eten met de afdeling net voor de zomervakantie. Of ik me weleens underdressed gevoeld heb? Zeker weten.

Eigenlijk hebben Nederland en Noorwegen bijna tegengestelde gewoontes als het om kleding gaat. Hier ben je op je werk netjes, en thuis ga je over op comfortabel. Voor de verjaardag van - pak 'm beet - je schoonzus wil je best iets leuks uit de kast trekken, maar je gaat niet eerst een dag winkelen en dan nog eens drie uur voor de spiegel staan voor je de deur uit gaat. In Noorwegen is het precies andersom. Zou dit iets zeggen over de Noren en over ons?

donderdag 18 juli 2013

En, al een beetje gewend?

Gisteren was het precies vier weken geleden dat we op Østbyveien de vloer dweilden, de laatste dingen in één van onze drie enorme tassen stouwden en de katten in hun reismand opsloten. Hoe ziet het leven er na vier weken Nederland uit? John zit op zijn computer te tikken, ik op de mijne en de katten slapen. Lekker ontspannen dus.

Maar is er niet een hoop te regelen dan? Ja, er is veel te doen, dat zal ik niet ontkennen. Gelukkig hadden we alle spullen in de paasvakantie laten overkomen zodat het grove verhuiswerk al achter de rug was. Dat leek ons destijds een goed idee en dat was het ook. Ook handig was dat we nog steeds een Nederlandse bankrekening en telefoon hadden. Tip voor emigranten die vermoeden dat ze misschien wel weer een keer in Nederland gaan wonen: houd je bankrekening aan en neem een prepaid kaart met een Nederlands nummer; dat maakt veel dingen bij terugkeer een stuk makkelijker.

Intussen begin ik steeds meer te "bestaan" hier. De DigId, de persoonlijke OV-chip, de bonuskaart, de bibliotheekpas, ik heb ze allemaal. De eerste telefonische verkoper heb ik ook al aan de lijn gehad. Het is gedaan met het anonieme leventje!

Weer een beetje gewend aan de drukte en de files? Tja, die files, went dat ooit? We werden er al snel aan herinnerd dat het slim is om de situatie op de weg te checken voor we van huis gaan. En/of op het spoor natuurlijk. Ook daar is weinig veranderd. De NS zet nog steeds bussen in. Over de NS gesproken: de eerste keer dat ik op Utrecht CS was, dacht ik "Jee, wat een boel mensen". Alles krioelde door elkaar en ik liep daar zombie-achtig rond op zoek naar de in-/uitcheckpaal en het juiste spoor. Maar de tweede keer krioelde het al wat minder en nu merk ik er niets meer van.

"Ik herken mijn eigen land niet meer", zeggen veel terugkeerders. Ik kan me daar iets bij voorstellen als je lang weg bent geweest, met geen of weinig bezoeken aan Nederland, en in een compleet andere cultuur hebt geleefd. Maar zes jaar Noorwegen met regelmatige bezoekjes over en weer heeft weinig vervreemding teweeg gebracht. Is dat gek? Ik weet het niet. Makkelijk is het wel.

maandag 20 mei 2013

Vrijheid

Goed, sinds een paar maanden zijn wij dus eigenaar van een huis in Nederland en met eigenaar bedoel ik dat de woning echt van ons is en niet van de bank. Dat is heel prettig, maar het is ook beetje gek. Als iemand voor ons vertrek naar Noorwegen tegen mij had gezegd "over zes jaar komen jullie terug naar Nederland en dan ga je lekker hypotheekvrij in een appartement wonen", denk ik dat ik die persoon hard had uitgelachen. Hier is dus geen lange termijnplanning aan te pas gekomen. Hoe is dit dan toch mogelijk? Wat hebben we gedaan (of gelaten)?

De lotto hebben we niet gewonnen. Ook hadden we geen spaarrekening ter grootte van een woning toen we naar Noorwegen vertrokken. Wel hadden we wat reserves en een kleine winst uit de verkoop van ons huis (ja, zo ging dat toen nog). De meeste reserves verdwenen al vrij snel in een Noors huis, aangezien het in Noorwegen gebruikelijk is om maximaal 80% te lenen. Zo zaten onze kronen in Noorse stenen, of eigenlijk in hout... Daar bleken ze heel goed te zitten, want de huizenprijzen stegen. Dat doen ze overigens nog steeds, hoewel sommige analisten de grote kentering al een tijdje aankondigen. Tegelijkertijd kelderden de prijzen in Nederland; dat weet u natuurlijk, sorry dat ik het er nog eens in wrijf. Dit hadden wij vantevoren allemaal niet kunnen bedenken. Een toevalligheid in ons voordeel dus.
Natuurlijk hebben we het lot een handje geholpen. Bijvoorbeeld door twee jaar geleden toch maar niet die nieuwe auto te kopen maar rond te blijven rijden in ons oude koekblikje. Dat zijn toch weer wat vierkante metertjes. En gewoon door minder uit te geven dan er binnenkwam.

Zonder deze combinatie van spaarzaamheid en toeval waren onze woonmogelijkheden in Nederland trouwens een stuk beperkter geweest. Niet zo verrassend misschien, maar toch iets waar we van te voren niet echt bij stil hadden gestaan. Wie vanuit Nederland naar een ander land verhuist, is meestal ingesteld op financiële onzekerheid. Wie overweegt terug te gaan, moet er rekening mee houden dat het bij een verhuizing in omgekeerde richting precies hetzelfde werkt.
Tijdens onze zoektocht naar een geschikt huis bekeken we de mogelijkheden voor een hypotheek. Niet voor een heel huis, maar voor ongeveer één vijfde deel van de aankoopprijs. We kwamen er toen al snel achter dat we exact 0 Euro konden lenen om de doodeenvoudige reden dat we geen vaste baan hadden in Nederland.

Logisch, zegt u?
Ik weet het niet. Wat de bank eigenlijk zegt is: sorry hoor, jullie mogen dan volwassen mensen zijn met een goede opleiding die al meer dan 20 jaar onafgebroken hebben gewerkt, één van jullie zelfs in een beroep waar de vraag nog steeds groot is, maar wij hebben er toch geen vertrouwen in dat jullie in staat zullen zijn ons maandelijks een -relatief klein, zo klein dat je voor datzelfde bedrag nog geen kippenhok kunt huren- vast bedrag te betalen. En omdat jullie dus niet gaan betalen, zegt de bank, zullen wij dat huis straks gedwongen moeten verkopen. Dat is echt niet gunstig voor ons hoor; nee, één vijfde deel van de aankoopprijs, dat is een véél te groot risico.
Is dit echt logisch?

Hoe dan ook, we kochten zonder hypotheek. Waarmee we en passant ook de niet geringe kosten voor "advies" en voor het afsluiten van een hypotheekakte uitspaarden. We hoeven ons niet meer druk te maken over de hoogte van de hypotheekrente en het al dan niet verdwijnen van de hypotheekrenteaftrek. Heerlijk! Maar het allerfijnste is toch dat we kunnen gaan werken op een manier die ons bevalt in plaats van op de manier die de bank van ons eist. Noem het vrijheid.

zaterdag 27 april 2013

Op de Nederlandse huizenmarkt

Ergens in de nazomer van 2012 besloten we op jacht te gaan naar een woning in Nederland. Koop of huur, daar waren we nog niet helemaal uit. We wisten op dat moment ook nog niet hoe snel de verkoop van ons huis in Larvik zou gaan, of en hoe lang we daar iets zouden moeten huren, hoe de huizenprijzen zich verder zouden ontwikkelen in Noorwegen en Nederland. Je kunt natuurlijk veel plannen, maar je kunt niet alles helemaal dichttimmeren. Op een gegeven moment zet je een stap en dan ben je onderweg. Je weet wat de bestemming is, maar niet welke afslagen, hobbels en doodlopende steegjes je tegen gaat komen.

Die bestemming was trouwens nog lange tijd helemaal niet zo duidelijk, het was niet zo dat we absoluut in een bepaalde plaats wilden wonen. Daarom stelden we heel rationeel een lijstje met criteria op: stad - niet te groot, niet te klein -, oud centrum, goede spoor- en wegverbindingen, centraal gelegen zodat we op verschillende plekken zouden kunnen werken zonder drie uur enkele reis kwijt te zijn, en nog wat van die dingen. Zo kwamen we op vijf plaatsen uit waarvan er na een tijdje eentje afviel, voornamelijk op gevoel. Funda werd binnenstebuiten gekeerd, honderden woningen werden gescreend door John waarvan een aantal op "volg"lijstje belandde. We vergaapten ons aan aantrekkelijk gefotografeerde keukens en badkamers, maar verbaasden ons ook over het grote aantal rommelige foto's. Kom op mensen, als je je woning wilt verkopen, kun toch op z'n minst even het speelgoed van de kinderen opruimen voordat er foto's gemaakt worden!

Na een aantal weken virtueel rondkijken, kwam het moment om bezichtigingen af te spreken. Dat bleek nog niet eens eenvoudig te zijn. Crisis of geen crisis, niet alle makelaars blijken even hard te rennen voor hun klanten, in ieder geval niet als de bezichtigingen in het weekend moeten plaatsvinden. Iets anders wat ons opviel, was dat er over het algemeen niet nagebeld werd. Is het normaal dat ik dat vreemd vind in de huidige markt? Waarom niet wat harder je best doen? Niet echt ons probleem natuurlijk, maar toch jammer voor de verkopende partij.

Een paar weekends vlogen we (letterlijk) heen en weer, scheurden door Nederland in een geleend brik waarvan de eerste versnelling het loodje had gelegd en het elke keer weer een verrassing was of-ie in z'n achteruit wilde, en doorkruisten steden op bij het station gehuurde fietsen (echt handig, aanrader!). Voor we het wisten, waren we alweer terug in Noorwegen, in het gewone ritme van werken en intussen ook van dozen pakken, gemeubileerde huurwoning regelen, opslag regelen etc., want ons huis was verkocht.

Hoewel we vantevoren ingeschat hadden dat we in het voorjaar van 2013 iets zouden kopen, zetten we, net als een relatief groot aantal anderen, al in december onze handtekening onder een koopcontract. We hadden weer een afslag genomen.

zondag 14 april 2013

(R)Emigreren: Bepaalt 1 letter het verschil tussen stoer en mislukt?

Binnenkort komt er een einde aan zes jaar bloggen over het leven in Noorwegen. We gaan weer in Nederland wonen. Remigreren, hoe is dat eigenlijk? Over emigreren wordt een stuk meer geschreven dan over remigreren. Emigreren is spannend, stoer, een beetje exotisch ook. Remigreren is... ja, wat is het eigenlijk? Maakt die ene letter echt zo veel uit?

Een tijdje geleden kreeg op mijn blog over Noorwegen en het feit dat we besloten hadden weer in Nederland te gaan wonen een reactie van een andere Nedernoor. Ze schreef iets in de trant van "wij hebben het helaas ook niet gered". Toen ik dat las dacht ik twee dingen:
1. Jeetje, wat vervelend voor je
2. Blijkbaar ben ik in mijn blog niet echt duidelijk geweest, want het gevoel van "niet gered" is bij ons helemaal niet aan de orde.

Toch is het wel iets om even bij stil te staan. Een veel gehoorde klacht van terugkeerders is dat ze het gevoel hebben door hun omgeving als mislukkeling te worden beschouwd (ze hebben het immers "niet gered" - want welke gek keert er anders terug naar Nederland?). Vertrekkers, inclusief wijzelf een aantal jaren geleden, werken hier misschien onbewust aan mee. Het is zo makkelijk om te zeggen "Ach, het ergste wat er kan gebeuren, is dat we na een tijdje teruggaan naar Nederland." Maar is dat zo erg dan? En kan er echt niets ergers gebeuren? Nee, natuurlijk is dat niet erg, en natuurlijk kunnen er een hoop dingen gebeuren die een stuk vervelender zijn. Denk maar even na en vul in...

Hoe je een terugkeer ervaart, is voor een groot deel afhankelijk van de verwachtingen waarmee je destijds vertrokken bent. Zag je voor je dat je in je nieuwe land een "nieuw leven" zou opbouwen, dat je daar altijd zou blijven? Als ik terugdenk, zie ik dat mijn plannen en verwachtingen niet zo ver strekten. Ik wilde in een land wonen met veel ruimte en een mooie natuur. Wat dat betreft was Noorwegen een goede keuze. Letterlijk elke dag denk ik hier wel een keer "ah mooi". Als ik uit het raam kijk, aan het hardlopen ben, in de auto zit. Het is een prachtig land en de ruimte ga ik zeker missen.
Naast ruimte en natuur ging het vooral om de uitdaging: iets nieuws, iets anders, word ik de taal machtig, vind ik werk, hoe verloopt het contact met de Noren? Die behoefte aan uitdaging had vast ook op vele andere manieren bevredigd kunnen worden, maar het werd dus een periode in een ander land.

"Heb jij er spijt van dat we naar Noorwegen zijn gegaan?", vroeg ik laatst aan John. "Totaal niet", zei hij. Mooi, ik ook niet.
"Beschouw je het als een mislukking dat we nu weer naar Nederland gaan?" "Nee, hoezo?" - onbegrijpende blik - "Het is gewoon tijd om weer wat anders te gaan doen". En zo is het!

Het afgelopen halfjaar hebben we al veel geregeld voor onze verhuizing. Het was en is een hoop werk, dat zal ik niet ontkennen. Wie houdt van een rustig voortkabbelend leventje moet vooral niet remigreren. Maar die mensen emigreren waarschijnlijk ook niet, dus dat is dan geen probleem.
We krijgen veel praktische hulp van familie en vrienden in Nederland. En hier in Noorwegen? Mijn collega's leven mee. Ze vinden het reuze spannend, verhuizen naar een ander land...